De bekeerlinge – Stefan Hertmans

 

Het boek ‘De Bekeerlinge’ van Stefan Hertmans kon me echt niet boeien. Het is naar mijn oordeel een verzonnen verhaal gebaseerd op een paar boterzachte feiten. Het is van beide niks: onvoldoende feiten om een goed werkelijk verhaal te reconstrueren en tegelijkertijd teveel vragen en twijfel die de creativiteit van de auteur belemmeren. Dan haak ik af. Voor mij zijn er maar twee vormen: of een bewijsbare reconstructie of een fictief verhaal.
Hertmans bedient zich van een stijlmiddel, dat hij ook in ‘Oorlog en Terpentijn’ toepast. Hij verbindt de donkere middeleeuwen rond 1100 waarover we bijna niks weten met autotochtjes in het heden. Rare combinatie. Het boek lijkt op een TomTom in romanvorm. Overal wordt de route gedetailleerd beschreven. Uitgebreid tot vervelens toe wordt verslag gedaan van de ellendige trip die de hoofdpersoon en de auteur in haar voetsporen afleggen. Linksaf, rechtsaf en rechtdoor hij komt overal. Hij beschrijft zelfs uitgebreid hoe hij de weg vindt in de universiteitsbibliotheek van Cambridge!
Hertmans mengt (veronderstelde) geschiedenis met observaties uit de eigen tijd. De vraag is of het hier om een goede roman gaat. Nergens heb ik een karakterontwikkeling bij de hoofdpersonen kunnen ontdekken. Ik heb nog nooit een kroniek gelezen waar de ellende pagina’s lang op dezelfde wijze wordt verteld. Het is steeds hetzelfde wat de beschreven idioten meemaken: ze kotsen hun ziel uit hun lijf, hebben kolieken, dysenterie, diarree en vuile ogen die voortdurend dichtgekorst zijn. Het hart gaat ook steeds wild tekeer. Een blok ellende en rampen; eentonig, langdradig, meer dan tweehonderd bladzijden lang. En altijd maar weer hetzelfde procedé: verzengende hitte, hevige slagregens, woeste stormen en hete bliksem. Twee keer heb ik maar een fatsoenlijke neukpartij geteld en soms was het kneuken. Knokken en daarna van bil, verder bleef het stil.
Hertmans twijfelt voortdurend. Hij weet niet zeker of de hoofdpersoon wel op de beschreven plekken is geweest en of ze de route zo heeft afgelegd. Ik zou zeggen heb het er dan niet over, oetlul. Zijn onzekerheid wordt gelardeerd met stopwoordjes als: misschien wel, de kans dat, had kunnen zijn, waarover weinig bekend is, het is zelfs mogelijk, dat; wellicht heeft ze en misschien is ze daar wel opgedoken, etc. etc. Fictie met twijfel.
Het proza is verhalend. De mensen praten niet direct met elkaar; nergens wordt een interessant gesprek genoteerd en psychologische diepgang ontbreekt volledig. Afgezien van de goddelijke toorn is het een saai boek met een veel te lange toertocht. De titel is misleidend. Het had beter ‘Cairo is nog ver’ kunnen heten.
Maar gelukkig ontdekt Hertmans dat er wellicht bewijs bestaat voor het bestaan van de hoofdpersoon, hoewel hij daar later weer aan twijfelt. Overigens zegt een document in een beveiligd archief helemaal niets zo lang niet bewezen is, dat het hier om een echt verhaal gaat. De auteur uit het verre verleden kan ook gelogen hebben. Het feit dat iemand een bepaald geloof heeft, wil nog niet zeggen dat hij de waarheid spreekt. De schrijver blijft dus met vragen zitten. Is toch niet raar zo’n 1.000 jaar later. Gelukkig concludeert hij op pagina 263, dat hij nog zo weinig weet en niets met zekerheid kan zeggen. Ja fantaseer er dan op los, man. Verzin een mooi verhaal, waarin het thema religieuze onverdraagzaamheid aan de orde komt én onderdrukking, armoede, analfabetisme, corruptie, dictators, de rol van de massamedia, gehackte verkiezingen, de bonuscultuur en alle zooi die we nu in al zijn verschijningsvormen hebben. Gewoon een eigen actueel verhaal, dat niemand hoeft te controleren. Er zijn genoeg aanknopingspunten in deze tijd. Dan had je, beste Stefan een bijdrage geleverd aan de discussie. Wat je nu doet, is alleen bestemd voor zweverige types.

Verder moet het mij van het hart dat ik het erg merkwaardig vindt, dat de hoofdpersoon sterft na het eten van vergiftigde paddenstoelen. Ze heeft alle duivelse samenzweringen doorstaan en dan zou je zo aan je einde komen? Een goed verhaal had haar op de brandstapel laten eindigen, zo ging dat toen, wat ook document T-S 12.532 beweert. Maar het taalgebruik is helder en ik bewonder zijn moed om de hele reis te maken en alles te onderzoeken, ook al levert dat weinig op. Hij heeft behoorlijk zijn best gedaan, maar het kostte mij veel moeite om dit ongeloofwaardige en complexe verhaal te lezen, maar ja het moest van John Lodewijk. Aangezien je -om met Ed te spreken- plezier moet beleven aan het lezen en ik me halverwege aan alles begon te irriteren, geef ik het boek een 5.
Tot slot: geef mij maar Geert Mak, AnneJet van der Zijl of Jolanda Withuis. Het boek van Stefan Hertmans is geen literatuur voor een heiden als ik.

Geert Schreur