Het Zout der Aarde

Het zout der aarde – Józef Wittlin.

 

Józef Wittlin (1896 – 1976) geboren in Radziechów, Habsburgse rijk, (nu Oekraïne) ontmoette in 1915 Joseph Roth op de universiteit van Wenen en raakte bevriend met hem. Hij was journalist, vertaalde boeken en wilde zelf ook een boek schrijven over de Eerste Wereldoorlog die hij had meegemaakt. In 1935 kwam in Warschau zijn boek uit, en werd hij in 1939 genomineerd voor de Nobelprijs.
Het boek ‘Het zout der aarde’ is deel één van de trilogie ‘De geschiedenis van de geduldige infanterist‘, de manuscripten van deel twee ‘De gezonde dood’ en deel drie ‘Het gat in de hemel’ zijn verloren geraakt. Zij stonden op het punt uitgegeven te worden toen de situatie in Europa voor Joden steeds moeilijker werd. Wittlin vertrok in 1939 uit Polen na de Duitse inval, belandde in Frankrijk en nam in een koffer de manuscripten van deel 2 en 3 mee, inclusief alle research die hij hiervoor had gedaan. In 1940 vielen de Duitsers Frankrijk binnen en Wittlin probeerde vanuit het nog vrije Zuid-Frankrijk naar Amerika te vluchten. Hij had tickets om op een Engels schip te stappen maar iedereen wilde weg op dat moment en er waren een aantal Poolse hoogwaardigheidsbekleders die voorrang kregen. De koffer met die manuscripten stond al op de boot en werd in de chaos van het inschepen over boord gegooid in de haven van Saint-Jean-de-Luz (22 juni 1940). Uiteindelijk kon hij met zijn gezin vanuit Portugal naar de V.S. vertrekken op 17 januari 1941 en heeft zijn hele verdere leven geprobeerd die trilogie af te werken. Dit is om allerlei redenen niet gelukt, hij was vaak ziek werd depressief doordat hij zijn vaderland miste en door de Amerikaanse levenswijze (‘Dollars en tv’).
Het zout der aarde is een ode aan de Onbekende Soldaat, Niewiadowski betekent zoiets als onbekend.

 

  1. In de prachtige proloog van dit boek wordt iets bijzonders beschreven: de tweekoppige adelaar (Doppeladler) maakt zich los van zijn wapenschild en klemt de gouden rijksappel en het ontblote zwaard krampachtig in zijn klauwen. Hij is ineens verdwenen van alle uithangborden, lakzegels, bekeuringen enz.
    Wat bedoelt de schrijver met deze metafoor?
    De adelaar stort zich naar beneden en steekt het zwaard in het hart van de moeder van de schrijver. Waarom is dat?
  2. De stations van Wenen, Pest, Praag huilen, de vertrekhallen van Lemberg (het huidige Lviv), Krakau huilen. Snikkend antwoorden de stations van Belgrado, Petersburg, Moskou. En Warschau. Wat is er aan de hand? (Proloog).
  3. De dienstregeling van de spoorwegen kregen de civiele werkgevers op de top van de berg Sinaï van het ministerie van Vervoer. De berg Sinaï? (Hoofdstuk 1).
  4. Wanneer beleeft de analfabeet Piotr Niewiadomski – het goedmoedige maar sullige manusje van alles op het station Topory-Czernielica – zijn vreugdevolste moment?
  5. Hoe vind je de beschrijving van Piotr, onze protagonist? Krijg je een goed beeld wat voor man het is? Noem een aantal kenmerken.
  6. Dan de militaire keuring van Piotr in Śniatyn, hoe vind je dat de auteur die beschrijft, (te) gedetailleerd, beeldend, langdradig, grappig?
    Bij deze gebeurtenis laat Józef Wittlin ook de Romeins-Griekse goden Mars en Aesculapius optreden: “In die dagen begon de heetgebakerde en onbezonnen Mars, die in vredestijd zijn minachting voor Esculaap niet verborg, hem plotseling serieus te nemen”. Waarom is dat? (Hoofdstuk 3).
  7. Hoofdstuk vier/vijf gaat behalve over de angst voor de Russen (de Moskals) die naderen, het terugtrekken van de K&K troepen over het spoor bij Piotr, ook over de wereld die zal vergaan op 21 augustus 1914. Welke aanwijzingen zijn hiervoor?
  8. De kroon van de heilige Stefan (A Magyar Szent Korona) is erg oud en erg zwaar. Desondanks moet iedere Hongaarse koning hem eenmaal in zijn leven op zijn hoofd zetten. Maar waarom staat dat kruis er scheef op? (Net zoals trouwens op hun munt en vlag!) (Hoofdstuk 7).
  9. Wat of wie regeert in het soldatenkamp, in de kazerne van Andrásfalva waar Piotr gestationeerd wordt?
  10. Hoe wordt Stabsfeldwebel Bachmatiuk uitgebeeld in diezelfde kazerne?
  11. Wat voor soort roman is het?
  12. Autobiografische elementen in het boek zijn o.a. de geboorteplaats van Józef Wittlin, zijn voorbereiding en deelname aan WO I. Uit het beschreven denkwerk en de overpeinzingen van Piotr kun je opmaken hoe de auteur dacht over vooraanstaande, deftige hoogwaardigheidsbekleders, mensen met een bepaalde rang of uniform.
  13. Wat zegt de titel van dit boek?
  14. Wat vind je de mooiste metafoor of omschrijving?

 

 

Otto Habsburg (von is ver-dwenen omdat adellijke titels sinds 1919 verboden zijn).

Otto Habsburg (1912-2011) was de laatste kroonprins van Oostenrijk en Hongarije als zoon van de laatste Habsburgse keizer Karel I, die zijn oudoom Franz Joseph was opgevolgd in 1916. (De toenmalige kroonprins Franz Ferdinand van Oostenrijk (en zijn vrouw) werd in Sarajevo door de Serviër Gavrilo Princip vermoord.)

Een gedeelte uit de column van Caroline de Gruyter, Habsburg heeft Europa tegen Poetin gewaarschuwd, NRC 18 maart 2022,

‘Natuurlijk komt het communisme zoals het onder Stalin was, niet terug. Wat wel terugkomt, is het nationaalsocialisme. Niet dat van Hitler, maar van Poetin’. Dit zei Otto Habsburg, de zoon van de laatste Habsburgse keizer, al in 2002. Vladimir Poetin was toen net twee jaar president van Rusland en knoopte warme banden aan met westerse leiders.
Decennialang was hij niet welkom in Oostenrijk. Maar vanuit het buitenland bleef hij politiek actief. Eind jaren dertig probeerde hij Oostenrijk uit de klauwen van Hitler te houden. Tijdens de Koude Oorlog hielp hij Centraal-Europese landen achter het IJzeren Gordijn. Hij was jaren Europarlementariër. Hij zag de Europese Unie als moderne reïncarnatie van het multinationale Habsburgse Rijk.

In de jaren dertig woonde hij in Berlijn. „Ik las Mein Kampf. Alles wat er later gebeurde, stond daarin.” Net als bij Poetin nu zei bijna iedereen: och, het loopt wel los. Toen Hitler gewoon deed wat hij had aangekondigd, verklaarde de Britse premier Chamberlain: ‘No one has told us!’ „Helaas,” constateerde Habsburg, „Europa zit nog vol Chamberlains”.
Terwijl George W. Bush en Poetin in 2002 in Rome champagne dronken om de oprichting van de NAVO-Rusland Raad te vieren, en iedereen dacht dat de Koude Oorlog voorgoed voorbij was, waarschuwde Habsburg al voor nieuwe Russische „koloniale oorlogen” en „agressief nationaal-bolsjewisme”. In 1998 zei hij in het Europees Parlement dat iedereen te optimistisch was: „Het gevaar ligt nog voor ons!” Hij pleitte voor een gezamenlijke, Europese veiligheid, voor het te laat was, anders „gaan de vrije landen in Europa dit helaas duur betalen”.

Veel West-Europeanen waren een paar weken geleden verrast toen Poetin een grootscheepse oorlog in Oekraïne begon – maar in oude video’s die de Oostenrijkse krant Die Presse deze week opdook, zie je Habsburg twintig jaar geleden al waarschuwen dat Poetin een „groot gevaar” is. Hij noemde Rusland „de laatste koloniale macht na de dekolonisatie”.

Profetische woorden, die de West-Europese naïviteit van afgelopen decennia extra reliëf geven.

Karl Habsburg

Tot slot: misschien vind je het vorig jaar verschenen boek van Caroline de Gruyter ook interessant.
Beter wordt het niet
Een reis door het Habsburgse Rijk en de Europese Unie

In dit boek maakt Caroline de Gruyter een reis door het vroegere Habsburgse Rijk, dat veel overeenkomsten vertoont met de Europese Unie. In Wenen ontmoet ze de kleinzoon van de laatste Habsburgse keizer Karl Habsburg, nu hoofd van de familie.

 

Antwoord op vraag 1: Hier geeft de schrijver aan dat een oorlog uitbreekt, de Doppeladler trekt ten strijde. Dat het zwaard in het hart van zijn moeder wordt gestoken betekent dat zijn moederland sterft, dat het niet meer bestaat. Het einde van het Habsburgse rijk.
Antwoord op vraag 2: Het mannelijke deel van de bevolking dat opgeroepen is naar de kazernes te komen neemt afscheid van hun geliefden.
Antwoord op vraag 3: Der dienstregeling wordt vergeleken met de tien geboden die Mozes op deze berg haalde.
Antwoord op vraag 4: Een pet met keizerlijk monogram doet hem stralen van trots.
Antwoord op vraag 5: Sullig, analfabeet, links-rechts probleem, eenvoudig, zijn god is de keizer, goedmoedig, trouw, zijn denken wordt scherper als hij in militaire dienst moet, hij relativeert meer.
Antwoord op vraag 6: Erg beeldend en gedetailleerd, ook hoe dokter Jellinek wordt weggezet als kleinzielige en corrupte Jood die iets probeert te betekenen.
Zonder goedkeuring van de arts (Jellinek) met de letter A (geschikt voor dienst) gaat de gekeurde niet in militaire dienst en heeft Mars een persoon minder om oorlog te voeren.
Antwoord op vraag 7: “‘Het einde van de wereld!’ riepen de Hoetsoelen in Topory en in Czernielica. Zo begon de straffe Gods. Alles klopte: een vreselijke oorlog woedde over de gehele wereld, overal werd christenbloed vergoten, de Moskals waren al aangeland in het district Śniatyn… “en nu was de laatste dag gekomen: de Roomse paus had zijn ogen gesloten, en de Here God hulde de aarde in duisternis met een sluier. Nu had de duivel, de prins der duisternis, de vrije hand en kon hij met de wereld doen wat hem goeddunkte. Elk moment konden er plagen uit de hemel neerdalen en kon de antichrist zich vertonen op zijn vuurwagen.”
Antwoord vraag 8: Omdat men bang is dat iemand hem steelt –  dat is in de loop van de Hongaarse geschiedenis al een paar keer gebeurd – hebben patriotten hem in 1846 in de grond begraven, in de buurt van de plaats Orsova aan de Donau. “Tien jaar lang lag hij onder de grond. Maar het goud en de kostbare stenen ontkiemden niet. Alleen het kruis boven op het diadeem raakte los en staat tot op de dag van vandaag scheef, zoals ooit toen Christus eronder bezweek.”
Of omdat sommige Hongaren de leer van Calvijn aanhingen. “Telesfor Zwarycz was van mening dat er in Hongarije überhaupt geen katholieken waren. Ten slotte liet ook Piotr zich ervan overtuigen dat de Hongaren helemaal geen katholieken waren. Tegelijkertijd verklaarde het voor hem het raadsel van het hellende kruis op de kroon van de heilige Stefan. Waar het christelijke geloof wankelt, helt het kruis.”
Antwoord op vraag 9: de angst. Er wordt meerdere malen op gewezen:
– “En plotseling begrepen de burgers dat de angst heer en meester was in dit kamp. Hij regeerde dit hele bastion van de oorlog, naar hem leidde de eed die plechtig aan de keizer was afgelegd. De angst, de angst veranderde levende mensen in stijve vierkanten, in ritmisch marcherende colonnes. Al die mooie marsen, defilés ontstonden uit menselijke angst. De angst zou deze gedisciplineerde eenheden ooit van de muren van brouwerij Farkas i Gjörmeky wegleiden, zou hen van de Hongaarse aarde wegvoeren en hen ver weg sturen, de dood tegemoet. De angst voor iets wat vreselijker en machtiger is dan de officieren, dan de feldwebels, misschien zelfs dan de keizer en de dood. Ze kenden de naam van die godheid nog niet, maar ze voelden haar scherpe klauwen al. Ze kenden de Subordinatie nog niet, maar haar ijzige adem verstijfde hen al.”
– “Legercafeïne werkte precies omgekeerd als burgercafeïne: ze kalmeerde opgewonden harten. Desondanks sloegen veel harten op de binnenplaats voor de barakken heviger, niet van de hitte maar van angst.”
– “omsingeld door prikkeldraad, omgeven door raadsels en ten prooi aan de in hen groeiende angst.”
Antwoord vraag 10: als God.
– ‘Hij diende de Godheid belangeloos, het celibaat in acht nemend.’
– ‘Hij die alles wist en nooit fouten maakte’.
– ‘‘Ik zal een mens van jou maken!’ dan voelde de arme donder tot wie de woorden gericht waren dat de echte schepper voor hem stond, dat er verschrikkelijke dingen stonden te gebeuren, zoals in Genesis, dat de schepping elk moment kon aanvangen, dat God de Vader al niet meer meetelde, want de kleine, getaande, behaarde vinger van de stabsfeldwebel kon alles wat leefde neerbliksemen en weer opwekken uit de dood.”
– I.v.m. een bepaalde onderscheiding: ‘Echt een kruisweg. Vaak was hij gevallen, vaak was hij bezweken onder de zware last van de daden die hem als verdienste waren aangerekend.’
– ‘Op deze eerste dag van de Schepping, waarop hij bezit genomen had van de zielen van de oudste rekruten van de Landstorm, zag hij dat hij zijn taak al volbracht had. En hij zag dat het goed was.’
Antwoord op vraag 11: Een anti-oorlogsroman.
Antwoord op vraag 12: Wittlin doorzag de windbuilen, de snoevers en de grootsprekers. Hij fileert ze en beschrijft ze met onverholen cynisme.
– Denk aan de brigadier van de gendarmerie: Jan Durek (met zijn gouden tand),
– denk aan de chef van station Topory-Czernielica die prat ging op zijn klassieke opleiding: “Hij was dol op de oude Romeinen, niet zozeer wegens hun deugden en hun wijsheid, als wel omdat het mogelijk was om door een oppervlakkige kennis van hun daden en geschriften slechts een jaar in het keizerlijke en koninklijke leger te hoeven dienen, reserveofficier te worden en een overheidsbetrekking te krijgen”,
– denk aan de arts Jellinek,
– denk aan de luitenant-kolonel Leithuber, ‘De eer van het uniform,’ schreeuwde hij over het hele terrein, ‘is een belangrijke zaak! Houd je uniform onbevlekt… Alleen bloed bevlekt je uniform niet…’ Laat niemand van jullie denken dat ik me druk! Ik ben invalide, en desondanks heb ik me gemeld voor het front…
– de cadet die een oudere infanterist steeds laat opstaan om hem te groeten. enz.
Antwoord op vraag 13: Het zout der aarde, zo noemde Jezus zijn volgelingen, de mensen. Zout. Daar is maar een snufje van nodig om een gerecht smakelijk te maken. Zout is een krachtig goedje. Je hebt er maar heel weinig van nodig om van invloed te zijn op een in volume veel grotere massa dan het zelf heeft.
Antwoord op vraag 14: – Aankondiging van de oorlog: ‘Hij stond in de donkere gang en hield de oorlog in zijn handen. De oorlog was nog niet uitgerold, was nog gesloten als een bloemknop in de lente. Hij rolde de oorlog pas uit in het wachtlokaal’.
– Ontdekking van de boekdrukkunst: ‘Johann Gutenberg heette de man die de duivel in Mainz met rijnwijn dronken had gevoerd en hem had opgedragen om in het jaar 1450 een nieuwe marteling uit te vinden voor de ongeletterden en de armen van geest’.
– auto’s met ingeslagen ramen, opengebarsten banden, resten van oorlogstuig, incarnaties van afgeperste belastingen.
– Omschrijving van een foto: ‘de spoedige terugkeer naar die wezens, waarvan ze het levenloze evenbeeld dankzij de ondoorgrondelijke tovenarij van de Franzen Niépce en Daguerre met zich mee hadden genomen naar de oorlog’.
– De cadet laat een oudere soldaat acht keer opstaan en groeten: ‘De oude ogen zochten als twee bedelaars genade in de ogen van de Subordinatie’.
– De wekker: ‘Hij trilde in een hevige maar machteloze aanval van gehoorzaamheid aan zijn eigen veer.
– ‘’ De wekker had de door zijn mechanisme voorgeschreven portie furie eruit gegooid en zweeg. Hij was weer een gewone, tikkende klok’.
– ‘Iedere dag bewees hij luidruchtig eer aan het overwicht van de ijzervreter op de krachten van de nacht’.

 

 

Inleiding WO I

Het zout der aarde gaat over het uitbreken van de eerste wereldoorlog en wordt geschreven vanuit het perspectief van een eenvoudige Hoetsoelse burger van het Habsburgse rijk. (Hoetsoel is een streek in het uiterste noordoosten van dit rijk). Het ontstaan van deze oorlog kan toegeschreven worden aan een moordaanslag in Sarajevo op de kroonprins Franz Ferdinand van Habsburg door een Servische nationalist Gavrilo Princip, waarbij het toeval een (te) grote rol speelde.
Princip en zijn vijf kornuiten stonden op verschillende plaatsen langs de route waar de Gräf und Stift met open kap langs zou komen. De een durfde niet te schieten omdat er een agent achter hem was gaan staan, de anderen gooiden hun bom te vroeg of te laat met als gevolg dat de stoet met grote snelheid naar het stadhuis reed en Gravilo Princip niet kon schieten. Er waren wel andere officieren gewond geraakt maar Franz Ferdinand en zijn vrouw Sophie hadden geen schrammetje.
Besloten werd het bezoek af te breken en terug naar het station te gaan maar dan wel via een andere route. De chauffeur vergiste zich en wilde toch de bekende route rijden waarop hij gesommeerd werd te stoppen. De auto moest achteruit (geduwd, geen achteruit in de versnelling) om de goede afslag te nemen. Juist op dat moment kwam Princip daar uit een zaak naar buiten waar hij wat had gedronken. Hij sprong op de treeplank van de auto en schoot twee keer, Franz Ferdinand en zijn vrouw Sophie werden geraakt en stierven later om 11:15 uur op 28 juni 1914 kort achter elkaar. Princip en zijn handlangers werden opgepakt.

Franz Ferdinand was een neef van keizer Franz Jozef I en werd na de zelfmoord van kroonprins Rudolf (zoon van Franz Joseph) troonopvolger van Oostenrijk-Hongarije. Keizer Franz Jozef benoemde Franz Ferdinand met tegenzin tot troonopvolger; hij had geen vertrouwen in hem. Franz Ferdinand was het niet eens met de speciale status die Hongarije in de dubbelmonarchie had. Ook was Franz Joseph tegen zijn huwelijk met gravin Sophie Chotek, omdat ze van te lage afkomst was als dochter van een diplomaat. Dit was een te lage klasse. Het werd een zogenaamd Morganatisch huwelijk, Frans Jozef was er niet bij. (Morganatisch: de partner krijgt geen koninklijke status en eventuele kinderen kunnen geen aanspraak maken op de troon.)

WO II was weer een gevolg van WO I, de Koude Oorlog van WO II.