Luister

Discussievragen bij ‘Luister’ van Sacha Bronwasser

      1. Leg uit dat ‘Luister’ als genre binnen de ‘Psychologische Roman’ valt.

  1. Sacha Bronwasser heeft in dit boek gekozen voor de verteltechniek ’ik spreek tot je’. Wat vind je van die vorm?
  2. ‘Luister’ kent veel motieven. Ik noem hier:
    * coming of age;
    * liefde, vriendschap en teleurstellingen;
    * noodlot en toeval.
    Leg deze in ‘Luister’ uit.
  3. Marie constateert in ‘Luister’: ‘Voor ons verhaal heb ik een derde nodig, want ieder verhaal rust op drie punten. Anders valt het om.
    Leg uit wie deze drie ‘verhaalankers’ zijn.
  4. In de proloog wordt onder meer gezegd ‘Er is een verschil tussen kijken en zien’. Kun je deze bewering in het boek ‘Luister’ verduidelijken?
  5. Is in dit verband (Kijken, Zien) de titel ‘Luister’ dan toch wel goed gekozen?
  6. Ben je het eens met het boek is ‘een zins- begoochelende zoektocht naar identiteit, vriendschap en schuld’?
  7. In de roman citeert Flo de filosoof Roland Barthes: een foto is gevaarlijk, zelfs ‘vraatzuchtig’ omdat je een object van iemand maakt. Pas dit toe op haar gedrag richting Marie?
  8. Waarom kan bij de vriendschap van Flo t.o.v. Marie ook gesproken worden van misbruik?
  9. Parijs is in dit boek de hoofdlocatie. Draagt de beschreven ‘couleur locale’ bij aan de inhoud van het verhaal?
  10. Hoofdstuk 7 begint met Parijs bestond uit klapdeuren, zoals in restaurants in stomme films. Tussen het voor- en achtergedeelte bestond bijna niets. Podium en coulissen, bovengronds en ondergronds, heden en geschiedenis-continu stapte ik van de ene naar de andere kant.’ Leg deze zinnen uit.
  11. Jaren later (in deel V) kijkt Marie terug op haar tijd in Parijs. Wat heeft die periode haar opgeleverd?
  12. In de roman spelen terroristische aanslagen een belangrijke rol. Welke functie vervullen die in het verhaal?
  13. Sacha Bronwasser is in dit boek niet uitsluitend kritisch bij verschijnselen als ‘Frans bourgeois gezin’ , ‘kunstacademies’ en ‘au pairs’.
    Leg uit dat ze hier ook ironie en mededogen hanteert.
  14. ‘Wie ziet, kan vertellen’ leerde Marie van Flo. Is deze zin misschien ook op andere personen en situaties in ‘Luister’ van toepassing?

P.Ch/7-11-23