Verslag 11 april 2019 Antwerpen

Ontmoetingen met Maria, Plantin en Astrid

Onze agenda vermeldde al geruime tijd bij 11 april Uitstapje leesclub De Snor naar Antwerpen. Buiten het bezoek aan museum Plantin-Moretus en de rondleiding door het gerechtsgebouw aan het Bolivarplein bleek deze dag meerdere ijkmomenten op te leveren voor een korte evaluatie van een gezellig dagje uit.  
Een retourtje naar de Sinjorenstad vanuit Essen: € 6,80 voor een prima boemelritje: waar vind je dat tegenwoordig nog? Bij de NMBS dus, al dient daarbij te worden aangetekend dat dan bij de aanschaf van zes seniorenbiljetten wat minder secuur wordt omgesprongen met geboortejaren.
Tegen 10.30 uur reed ons leesgezelschap Antwerpen-Centraal binnen. Vanuit deze imposante Spoorwegkathedraal en langs een plaatselijk opengebroken Keyserlei voerde Ed ons – geheel onverwacht – een kapelletje aan de Schoenmarkt binnen. Deze middeleeuwse gebedsruimte met de welluidende naam “Kapel van Onze Lieve Vrouw van Toevlucht” en bij de Sinjoren beter bekend als het Schoenmakerskapelleke mocht echter slechts voor korte tijd rekenen op onze vurige devotie: het verlangen naar een meer aards, lekker kopje koffie bleek toch te sterk. Spoedig vonden we een plekje op een van de – in weerwil van het vroege tijdstip – goed bezette terrassen aan de Groenplaats. Daar, in de schaduw van de machtige Antwerpse kathedraal smaakte “ons bakske” (voor een enkeling compleet met appeltaart) zo goed, dat de tijd haast werd vergeten. (Ook al heette de uitgekozen horecagelegenheid ’t Klokske). Het programma voor deze dag vermeldde onder meer een bezoek aan Plantin Moretus aan de Vrijdagmarkt; genoeg reden dus om zo snel als mogelijk de rekening te betalen en onze tocht voort te zetten. Daar bleek dat de uitzonderlijk goed bewaarde drukkerij uit de zestiende eeuw in 2005 een welverdiend plekje op de lijst van werelderfgoed kreeg. In – en exterieur van stadspaleis/werkplaats van boekdrukker Christoffel Plantijn biedt een bezoeker zoveel dat wij als leesclub ervoor kozen later op de middag nog eens door de vele grote en kleine ruimten gevuld met  historische manuscripten, cartografische wereldbollen en schilderijen van meesters als Rubens te dwalen.  
Aan dat tweede bezoek ging natuurlijk een smakelijke lunch vooraf in Den Tweede Zit aan de Bolivarplaats. Vanuit deze studentikoze brasserie hadden we niet alleen uitzicht op ons vlot en smakelijk bereid stokbrood voor ons, maar een blik naar buiten overtuigde ons ervan dat we alleen maar een groot plein hoefden over te steken voor “de eerste zit” in het Gerechtsgebouw van Antwerpen (beter bekend als Het Vlinderpaleis).
Mede dankzij onze gids Paul Stoops, weten we nu dat het gebouw een ontwerp is van Richard Rogers. Via het werk van zijn tekentafel kennen we ook de gebouwen als het Parijse Centre Pompidou of de Millennium Dome hartje Londen. Dwalen door zes grote, glazen vleugels van vier verdiepingen hoog in de vorm van zes ‘punthoeden’, zitten in grote en kleine zittingzalen en staan in de centrale hal (voor sommigen van ons wel erg kaal) bleek de moeite waard. Niets herinnerde de bezoeker hier meer aan het verdwenen Zuidstation op deze plek. Een monumentaal negentiende eeuws stationsgebouw dat soms in boeken van Vlaamse auteurs als Hubert Lampo en Johan Daisne opoduikt. Maar, zoals de populariteit van deze ooit gevierde schrijvers verdween, zo moest ook dit monumentale reizigersstation van koninklijke allure plaats maken voor een ander paleis waar i.p.v. forensen ongetwijfeld nu officieren van justitie en parketsecretarissen in- en uitlopen.

Ik vertelde al eerder dat we na ons bezoek aan het gerechtsgebouw opnieuw het museum van Plantin Moretus bezochten. Die gezamenlijke tocht door zalen en zaaltjes eindigde passend bij het vergeten van tijd “we verlieten het pand bij sluitingstijd”! Daarna volgde het onderdeel bierproeven zoals ook dat bij een groepje mannen op stap in Antwerpen hoort.  Op de terrassen van Café Ultimatum en Restaurant Du Nord was het goed toeven in gezelschap van De Koninck, Westmalle Dubbel, wijn of water. De porties bitterballen die werden aangesproken, konden echter niet verhullen dat het de hoogste tijd werd om zo’n dagje van lopen, praten en genieten een slotakkoord te geven met iets van hartiger aard.                        
De naam doet misschien anders vermoeden: onze leesclub eindigde zijn dagje Antwerpen bij Astrid. De dame van het uitgekozen horecapand – want daar hebben we het over – bleek van koninklijke huize en bij leven bekend als koningin Astrid. Een simpele verklaring voor naam van plein en frituur.

De terugreis naar Essen en daaropvolgend Roosendaal (of in ’n enkel geval Breda) verliep voorspoedig en in dezelfde prima sfeer als die van de rest van deze donderdag. We kunnen terugzien op een geslaagd dagje uit in Antwerpen; natuurlijk is het voor een leesgroep als De Snor volgende keer nog mooier wanneer we die alle acht kunnen meemaken in goede gezondheid! Wij kijken daar in elk geval naar uit.

P.C. 18-04